1) Gerard Horevorst, timmerman, 32 jaar, Sprundel, verklaart dat hem is voorgelezen het vonnis d.d. 12-12-1812, ger. 17-12-1812, en dat hij geen familie is noch bediende van partijen tegen of voor wie hij gaat getuigen. Hij verklaart dat in 1809 de baljuw van Etten Van Son hem heeft opgedragen te werken aan triomfbogen die opgericht zouden moeten worden in Sprundel en Hagen, en dat de baljuw Van Son hem toestemming heeft gegeven om twee potten bier te gaan drinken in de herberg Le Cerf, en dat hij voor de rest niets belangrijks te melden heeft. Hij blijft bij zijn verklaring na het lezen van de Hollandse vertaling (van de in het Frans genoteerde verklaring).
2) Corneil Timmermans, timmerman, 40 jaar, Sprundel, verklaart ook dat hem het bovengenoemde vonnis is voorgelezen, en dat hij geen familie noch bediende is van partijen tegen of voor wie hij gaat getuigen. Hij verklaart dat in 1809 de baljuw van Etten, Van Son, hem heeft opgedragen te werken aan triomfbogen in Sprundel en Hagen, en dat de baljuw hen (hij en de andere timmermannen) toestemming had gegeven ieder twee potten bier te gaan drinken in de herberg Le Cerf, gelegen onder Etten, en dat de meisjes die werkten aan de versiering van de triomfbogen, een broodje van twee cent met boter of kaas met koffie konden gaan nemen. Eiser (uit het voorgelezen vonnis?) raadsheer Van Hagen, was daar present; de raadsheer van de gemeente waar zij zich bevonden, te weten Etten, genaamd Leonard van der Sanden, kwam net binnen in Le Cerf. Dit is alles wat hij weet, zo verklaart hij.
3) Marijn Timmermans, timmerman, 44 jaar, Sprundel, legt net als vorige comparanten de eed af dat hij de waarheid zal zeggen. Ook hij verklaart dat hem het bovengenoemde vonnis is voorgelezen en dat hij geen familie noch bediende isvan partijen voor of tegen wie hij gaat getuigen. Hij verklaart in 1809 met twee andere timmermannen te hebben gewerkt in Sprundel en Hagen, in opdracht van de baljuw van Etten, Van Son, en dat de laatste de toestemming had gegeven ieder twee potten bier te gaan drinken, en dat de meisjes die werkten aan de versiering van de bogen ieder een broodje van twee cent met boter en kaas en koffie hadden, en dat dit alles is wat hij weet.
Tijd: 11.00 tot 13.30 uur.
Van de verklaringen wordt een acte opgemaakt.
Comparant(en):
Gerard Horevorst (timmerman, Sprundel)
Corneil Timmermans (timmerman, Sprundel)
Marijn Timmermans (timmerman. Sprundel)
Kosten: 1 franc 10
De Jong verklaart te moeten betalen:
1) 655 francs 60 voor 25-10-1811, en
2) 530 francs voor 11-10-1812,
aan Pierre Charles Wijnmalen, die zich hiermee accoord verklaart.
Van de verklaring wordt een acte verleend.
Comparant(en):
Corneil de Jong (boer, Westland)
Pierre Charles Wijnmalen (burgemeester van Steenbergen)
Kosten: 13 francs 20
Waagemakers en Raaijmakers verklaren bij de burgemeester van Roosendaal te zijn geweest, om het vinden van een lijk te melden van Corneil Leijs, 58 jaar, knecht bij Adrien Kuppens, Wouw. De burgemeester heeft hen doorgestuurd naar de vrederechter, die met hen, dokter Snoecks en de Officier van Gezondheid naar de plaats Verskenstouwersblok in Roosendaal is gegaan, alwaar ze het lijk aantroffen. Het lijk werd daarna naar Martin de Bakker gebracht, waar de dokter het gezond verklaarde. In Wouw zal de begraving plaatsvinden.
Van de verklaring wordt een akte verleend.
Comparant(en):
Godefroi Waagemakers (knecht van Adrien Kuppens, Wouw)
Pierre Raaijmakers (boer, Wouw)
Dr. Snoecks (arts, Molenstraat 119, Roosendaal)
(Officier van Gezondheid)